AB | En toen zei ze tegen hen: "Noem mij niet Naomi [maar] noem mij Mara, want grote bitterheid heeft de Almachtige mij aangedaan. |
SV | Maar zij zeide tot henlieden: Noemt mij niet Naomi, noemt mij Mara; want de Almachtige heeft mij grote bitterheid aangedaan. |
WLC | וַתֹּ֣אמֶר אֲלֵיהֶ֔ן אַל־תִּקְרֶ֥אנָה לִ֖י נָעֳמִ֑י קְרֶ֤אןָ לִי֙ מָרָ֔א כִּי־הֵמַ֥ר שַׁדַּ֛י לִ֖י מְאֹֽד׃ |
Trans. | watō’mer ’ălêhen ’al-tiqəre’nâ lî nā‘ŏmî qəre’nā lî mārā’ kî-hēmar šaday lî mə’ōḏ: |
Maar zij zeide tot henlieden: Noemt mij niet Naomi, noemt mij Mara; want de Almachtige heeft mij grote bitterheid aangedaan.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Maar zij zeide tot henlieden: Noemt mij niet Naomi, noemt mij Mara; want de Almachtige heeft mij grote bitterheid aangedaan.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!